Skip to main content

Aansprakelijkheid

Een ongeluk zit in een klein hoekje. Eerstehulpverleners weten dat maar al te goed. Ze zijn er op getraind om ongelukken te voorkomen en, als het toch gebeurt, adequaat op te treden. Desondanks kan het gebeuren dat er iets misgaat en de eerstehulpverlener en/of de vereniging aansprakelijk wordt gesteld voor de geleden schade.
Wat dan?

Aansprakelijkheidsverzekering Oranje Kruis

Het is goed om te weten dat Het Oranje Kruis het belangrijk vindt dat eerstehulpverleners direct kunnen handelen in geval van nood, zonder angst voor eventuele juridische gevolgen. Zonder extra kosten is iedereen met een geldig certificaat of diploma van Het Oranje kruis verzekerd tegen aansprakelijkheid voor schade aan zaken of personen wanneer zij hulp verlenen.

Het Oranje Kruis geeft op zijn website (hetoranjekruis.nl) aan dat zij voor haar gecertificeerden een aansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten tegen schade voortkomend uit het incidenteel verlenen van eerste hulp bij een ongeval of plotseling opkomende ziekte en waarvoor de eerstehulpverlener aansprakelijk is. Onder ‘incidenteel’ wordt de situatie verstaan waarin (1) plotseling eerste hulp moet worden verleend, of (2) georganiseerde situaties waar vrijwillige eerstehulpverleners worden ingezet.
Dit betekent dat de aansprakelijkheidsverzekering van Het Oranje Kruis ook dekking biedt aan gecertificeerden wanneer zij hulp verlenen als vrijwilliger tijdens evenementen.
De verzekering heeft tevens betrekking op instructeurs die in het bezit zijn van een geldig diploma van Het Oranje Kruis.

Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn:

  • Het betreft hier geen ongevallenverzekering
  • Niet verzekerd is:
    • hulpverlening op ‘professionele basis’
    • hulpverleners binnen een bedrijf
    • hulpverlening op commerciële basis
  • Eigen risico: € 125 per aanspraak ten aanzien van schade aan zaken
  • Dekkingsgebied: de gehele wereld met uitzondering van de Verenigde Staten en Canada
  • Verzekerd bedrag: € 2.500.000 per aanspraak

Wij willen u erop wijzen dat deze aansprakelijkheidsverzekering alleen dekking geeft aan schade die ontstaat uit het verlenen van eerste hulp. Het volgende voorbeeld laat zien dat deze dekking heel letterlijk opgevat moet worden:
Een eerstehulpverlener doet dienst bij een groot golftoernooi. Hij rijdt hiervoor rond in een caddy, een golfkarretje. Tijdens het evenement veroorzaakt hij door onoplettendheid schade aan de spiegel van het wagentje. De eigenaar van de caddy stelt de eerstehulpverlener en de EHBO-vereniging aansprakelijk voor de schade. De eerstehulpverlener verricht geen dienst op professionele basis en krijgt hiervoor niet betaald.
EHBO Nederland heeft een vergelijkbare casus voorgelegd aan Het Oranje Kruis.

Het Oranje Kruis heeft deze casus voorgelegd aan haar verzekeraar en stelt vervolgens vast dat deze schade niet valt onder de dekking. Hiervoor worden twee redenen aangegeven:

  • Op het moment van de schade vond er geen daadwerkelijke eerstehulpverlening plaats. Er is dus geen nevenschade door acute eerstehulpverlening.
  • Het betreft hier geen schade aan (eigendommen van) het slachtoffer.

Een ander punt waarop we willen wijzen betreft het gegeven dat Het Oranje Kruis iedereen met een geldig certificaat of diploma van Het Oranje kruis verzekerd tegen aansprakelijkheid voor schade aan zaken of personen wanneer zij hulp verlenen. Het woordje ‘geldig’ is hier onderstreept.
Schade veroorzaakt door eerstehulpverleners met een certificaat of diploma, waarvan de geldigheid verlopen is, wordt niet gedekt.
Het Oranje Kruis geeft op dit moment (maart 2024) op haar website aan dat de aansprakelijkheidsverzekering ook dekking biedt aan gecertificeerden wanneer zij hulp verlenen als vrijwilliger tijdens evenementen. Dat zal niet wijzigen, maar de vraag is of er sprake is van een geldig diploma als de aantekening Veldnorm Evenementenzorg daarop ontbreekt. De eerstehulpverlener kán als niet bekwaam – en wellicht daarmee als niet bevoegd – worden verklaard voor de inzet bij evenementen. Met andere woorden, het certificaat of diploma is niet geldig voor evenementen.
Hoe dit in de nabije toekomst verder gaat uitwerken, moet afgewacht worden.
Wel is het advies van EHBO Nederland aan de aangesloten verenigingen om te zorgen dat de eerstehulpverleners bevoegd en bekwaam blijven, óók voor evenementen.

En dan is er nog een reden om als eerstehulpverlener bevoegd en bekwaam te blijven.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) verplicht zorgaanbieders en solistisch werkende zorgverleners om calamiteiten te melden. Dit staat in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
Onder ‘calamiteit’ wordt volgens deze wet het volgende verstaan: ‘Een calamiteit is een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid.’
Bij een calamiteit is er iets niet goed gegaan, met ernstige schade voor of de dood van een cliënt. Een ernstig schadelijk gevolg is onder meer ernstige lichamelijke of psychische schade. Dit is een onbedoelde of onverwachte uitkomst van zorgverlening.
Op 8 april 2024 heeft de voorzitter van EHBO Nederland overleg gevoerd met twee inspecteurs van de IGJ. Dit naar aanleiding van de door de IGJ gestarte pilot in het toezicht op de evenementenzorg. Daarbij staan drie thema’s centraal:

  • Deskundigheid, bevoegdheid en bekwaamheid van de eerstehulpverlener en zorgprofessional;
  • Inrichting, veiligheid en hygiëne van de zorgpost;
  • Goed bestuur van de evenementenorganisatie.

Tijdens dit gesprek kwam naar voren dat verenigingen en eerstehulpverleners vallen onder het begrip ‘zorgaanbieders en zorgverleners’ en daarmee onder het regime van de WKKgz vallen. Dit brengt met zich mee dat wanneer er zich een calamiteit in de zin van de Wkkgz voordoet, de vereniging of de eerstehulpverlener verplicht is om deze te melden bij de IGJ. De eerstehulpverlener doet dit als hij op eigen initiatief eerste hulp verleent. De vereniging doet dit als de eerstehulpverlener namens de vereniging eerste hulp verleent.
In de wet (Wkkgz) staat dat een calamiteit ‘onverwijld’ gemeld moet worden bij de IGJ. Dit wil zeggen: binnen drie werkdagen, nadat door u is vastgesteld dat het om een calamiteit gaat.
U leest het goed: U stelt vast of het hier om een calamiteit gaat. U moet daarbij nagaan of er bij de hulpverlening sprake was van een incident, een complicatie, of een calamiteit.
In het kort:

  • Incident: een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis die betrekking heeft op de kwaliteit van zorg, en heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen leiden tot schade bij de cliënt.
  • Complicatie: Er is iets niet goed gegaan, maar alle zorghandelingen zijn wel goed gegaan.

Alleen een calamiteit moet gemeld worden. Verenigingen doen er goed aan om ook incidenten en complicaties te evalueren om op basis daarvan de kwaliteit van de hulpverlening te verbeteren.
Bij twijfel of er sprake is van een incident, complicatie of kwaliteit heeft u vanaf de constatering van de gebeurtenis zes weken de tijd om dat te onderzoeken. Zodra vastgesteld wordt dat er sprake is van een calamiteit, dan moet dat vervolgens binnen drie werkdagen gemeld worden bij de IGJ.
Is na het onderzoek nog steeds niet duidelijk of de gebeurtenis een calamiteit is, dan adviseert de IGJ om de gebeurtenis wel te melden.
EHBO Nederland adviseert daarom dat eerstehulpverleners bij het bieden van eerste hulp bij evenementen het zorgcontactformulier zo volledig mogelijk invullen.
Tot slot vermeldt de IGJ op hun website dat als een calamiteit niet (op tijd) gemeld wordt er een bestuurlijke boete opgelegd kan worden.

Als een eerstehulpverlener individueel, incidenteel en op vrijwillige basis eerste hulp verleent die tevens onder de zorgplicht valt, dan zal van de toepasselijkheid van de Wkkgz geen sprake zijn, omdat van een beroepsmatig zorg aanbieden geen sprake is.

Verzekeringspakket Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)

In 2009 stelde het Rijk een financiële bijdrage beschikbaar om de vrijwilligers in de gemeenten te verzekeren. Doel hiermee was om het vrijwilligerswerk te stimuleren en de vrijwilligers voor aansprakelijkheidsstelling te behoeden.
Vanuit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) werd aan gemeenten een verzekeringspakket aangeboden (verzekeringsmaatschappij Centraal Beheer). Deze verzekering verzekert de vrijwilliger tegen de meest voorkomende schades.
Bij schade die verzekerd is, geldt geen eigen risico en de dekking betreft heel Europa.

Op de site van Centraal Beheer vindt u een stappenplan bij schade:

  • u kijkt eerst of u de schade kan melden op een eigen verzekering of op de verzekering van de organisatie (eigen verzekering of aansprakelijkheidsverzekering van het Oranje Kruis).
  • Als dat niet kan, moet u een formulier invullen: VNG Vrijwilligerspolis Schade aangifteformulier.
  • De gemeente meldt de schade bij Centraal Beheer.
  • De schadebehandelaar van Centraal Beheer neemt contact op met de eerstehulpverlener of uw vereniging.
  • Als de schade is afgehandeld, meldt Centraal Beheer dit zowel aan de eerstehulpverlener als aan de gemeente.

Aandachtspunt hierbij is gemeenten wel voorwaarden aan uw vereniging stellen om aanspraak te kunnen maken op deze verzekering. Zo moet uw vereniging de administratie, statuten en huishoudelijke regels aantoonbaar op orde hebben. Dat moet u ook doen op grond van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR).
EHBO Nederland adviseert u om de financiële jaarverslagen, de secretariële jaarverslagen, de statuten en het huishoudelijk reglement te plaatsen op het openbare gedeelte van uw website, of – als u geen website heeft – op een ander sociaal medium (bijvoorbeeld Facebook).

Voor meer informatie en het formulier verwijzen we u naar de websitepagina van Centraal Beheer.

Ongeval / letsel eerstehulpverlener

Een eerstehulpverlener kan ook een ongeval overkomen. Op de pagina ‘Arbeidsomstandighedenwet’ vindt u een voorbeeld van aansprakelijkheidsstelling als gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad.
Daarnaast kan een eerstehulpverlener letsel oplopen tijdens een les. Dan kan er een discussie ontstaan of het volgen van lessen valt onder het begrip ‘vrijwilligerswerk’ en daarmee dan valt onder de verzekering van het Oranje Kruis of de VNG. Het is aan de verenigingen om aan de hand van een veiligheids- en aansprakelijkheidsanalyse te bepalen of ze hiervoor wel of geen aparte aansprakelijkheidsverzekering willen afsluiten.

Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR)

Bestuurders van verenigingen zijn op grond van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen verplicht tot ‘goed bestuur’. Voor de gevolgen van wanbestuur kunnen bestuursleden hoofdelijk – afhankelijk van de rechtsvorm – verantwoordelijk en aansprakelijk gesteld worden.
Voor meer informatie gaat u naar de pagina Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen op deze site.

Handelingen eerstehulpverlener en aansprakelijkheid

De eerstehulpverlener kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de handelingen die hij bij een slachtoffer verricht, zo lang hij geen ‘voorbehouden handelingen’ verricht. Dat zijn handelingen die voorbehouden zijn aan zorgverleners, die omschreven zijn in de Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). Het gaat hier om bijvoorbeeld het geven van injecties en het toedienen van medicijnen. Artsen, verpleegkundigen, apothekers, fysiotherapeuten, tandartsen en verloskundigen zijn enkele zorgverleners die onder deze wet vallen. De handelingen, zoals omschreven in het Oranje Kruisboekje, vallen niet onder de ‘voorbehouden handelingen’. Hieronder dus ook reanimatie en de bediening van de AED.
Datzelfde geldt voor de handelingen die vallen onder de zorgniveaus Basis Eerste Hulp en Evenementen Eerste Hulp van de Veldnorm Evenementenzorg.
De eerstehulpverlener kan deze handelingen dus uitvoeren, zonder dat hij zich zorgen hoeft te maken over mogelijke aansprakelijkheid en claims.
In Nederland mag iedereen 1-1-2 bellen. Dit wordt het ‘free call – systeem’ genoemd. Als achteraf blijkt dat een ambulance toch niet nodig was, kan de eerstehulpverlener niet voor de kosten daarvan aansprakelijk gesteld worden.

Juist het niet-handelen van de eerstehulpverlener kan negatieve gevolgen hebben.
Het Wetboek van Strafrecht heeft in de artikelen 450 en 255 bepaald dat iemand die in levensgevaar verkeert, geholpen moet worden en niet in hulpeloze toestand achtergelaten mag worden.
De eerstehulpverlener hoeft dus niet bang te zijn voor de mogelijke negatieve gevolgen van de eerste hulpverlening.