Story
Suikeroom
Auteur
Er zijn van die dagen die je je leven lang niet meer vergeet. Vandaag is zo’n dag.
Clarissa heeft er tijden naar uit gekeken en vandaag trouwt ze met haar grote liefde Daan.
Vanmorgen was de officiële plechtigheid in het stadhuis, waarin zij het ja-woord aan elkaar gegeven hebben. Toch wel emotioneel, maar wel heel mooi.
Daarvoor waren de trouwfoto’s gemaakt. Het weer was mooi met wat nevel en een zonnetje, dus dat worden mooie foto’s.
Na de lunch met de genodigden is het bruidspaar op weg gegaan naar de locatie waar ze gaan dineren en waar later op de avond de receptie en het feest worden gehouden.
Op de locatie hadden ze zich vergist in het tijdstip van het diner, waardoor het diner een uurtje later plaats zou vinden. Geeft niets, denkt Clarissa, er is immers nog voldoende tijd voordat de receptie begint. Ze kijkt op haar gemak eens rond naar de genodigden. Daan zag er superleuk uit in zijn smoking. Lijkt James Bond wel. Haar ouders waren druk in gesprek met haar nieuwe schoonouders. Haar veel jongere zusje, Esmee, rent opgetogen door de zaal. Wat was ze trots dat ze de ringen mocht geven bij de ceremonie. En daar zit oom Dirk in z’n eentje stil aan een tafel in de hoek van zaal. Hij ziet er moe uit, vindt Clarissa. Logisch, het was best een drukke dag en hij is ook de jongste niet meer. Misschien gaan zijn gedachten wel terug naar zijn eigen trouwdag met tante Anneke, die alweer heel wat jaren geleden overleden is. Wat mist hij haar.
Ze besluit om een praatje met hem te gaan maken. “Ha ome Dirk, heeft u het naar uw zin?”
Hij kijkt verstoord op. “Slecht geregeld hier. Het vreten had klaar moeten zijn. Kunnen ze nou helemaal niks hier?”
Clarissa schrikt. Zo’n reactie is niets voor ome Dirk. Ze ziet dat hij trilt met zijn handen en ook ziet ze zweet op zijn voorhoofd. Ze weet dat hij ‘suiker’ heeft en vermoedt dat hij zijn medicijnen al ingenomen heeft, terwijl het diner op zich doet wachten. Ze vraagt de ober om een glas vruchtensap en om een boterham met kaas, want “daar houdt hij van”.
De ober komt al snel met een glas jus d’orange, die oom Dirk snel opdrinkt. Al snel gaat het beter met hem. “Eet ook nog even deze boterham, want het duurt nog wel even voordat we aan tafel kunnen”, aldus Clarissa. Oom Dirk pakt de boterham aan en eet deze op.
Diabetes Mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een in Nederland veel voorkomende ziekte.
Volgens cijfers van kennisinstituut Nivel en het Diabetes Fonds waren er in 2022 in de Nederlandse huisartsenpraktijken bijna 1,2 miljoen mensen bekend met diabetes, waarvan 108.100 mensen met diabetes type 1 en 1.064.800 mensen met diabetes type 2. Dat betekent dat ongeveer 1 op de 14 mensen te kampen heeft met een vorm van diabetes. En van de mensen met diabetes heeft 9 van de 10 mensen diabetes type 2. Vooral het aantal mensen met diabetes type 2 is de laatste jaren toegenomen.
Diabetes Mellitus is een stofwisselingsziekte, waarbij het lichaam de hoeveelheid glucose (lees: omgezette suikers) in het bloed niet goed in evenwicht kan houden. Diabetes Mellitus (hierna: diabetes) betekent letterlijk ‘honigzoete doorstroming’. Deze naam is ontleend aan één van de belangrijkste verschijnselen bij diabetes, namelijk de productie van grote hoeveelheden zoete urine.
Er zijn verschillende soorten van diabetes. De bekendste twee soorten zijn:
- Type I: Patiënten met dit soort diabetes maken geen of nauwelijks insuline aan. Insuline is een hormoon wordt aangemaakt in de alvleesklier (pancreas) en zorgt ervoor dat de cellen in het lichaam toegankelijk worden gemaakt voor glucose. Als er geen of nauwelijks insuline wordt aangemaakt, stijgt het bloedsuikergehalte: hyperglycemie. Type 1 komt meestal voor vanaf jonge leeftijd.
- Type II: Bij patiënten met deze vorm van diabetes reageert het lichaam niet meer goed op insuline. Hierdoor komt er ook te weinig glucose in de cellen. Glucose heeft het lichaam nodig als brandstof om te functioneren. Type 2 komt voor bij ouderen en in stijgende mate bij mensen, zelfs jongeren, met overgewicht.
Mensen met diabetes moeten hun voeding en / of medicijnen aanpassen aan het bloedsuikergehalte (ook wel glucosegehalte of glucosewaarde genoemd) in het bloed. Het meten werd vooral gedaan door de ‘vingerprikmethode’, waarbij de patiënt met een klein prikkertje meerdere keren per dag een beetje bloed uit de zijkant van zijn vinger haalt, het bloed vervolgens op een teststrip aanbrengt en deze teststrip in een speciaal apparaatje, de bloedglucosemeter, doet. Binnen 5 seconden ziet de patiënt het meetresultaat en weet hij of het bloedsuikergehalte binnen de veilige waarden blijft.
Op basis daarvan weet de patiënt of hij moet bijsturen door medicijninname of een insuline-injectie met een insulinepen.
Voor het meten van de glucosewaarden wordt steeds vaker de glucosesensor gebruikt. Daarvan bestaan verschillende vormen. De bekendste is wel het ‘witte plastic rondje op de schouder’. Dit is de zogeheten ‘flash glucosesensor’ en meet de glucosewaarde in het vocht onder de huid en berekent de bloedglucose. Daarnaast bestaat ook nog de (realtime) continu glucosemeter.
Op de website van het Diabetes Fonds kunt u hier meer over lezen.
Het glucosegehalte kan door diverse oorzaken te hoog (hyperglycemie, of ‘hyper’), of te laag (hypoglycemie of ‘hypo’) worden. Een ‘hyper’ kan ontstaan door bijvoorbeeld teveel eten, teveel vochtverlies of de medicijnen vergeten in te nemen.
Een ‘hypo’ kan ontstaan door relatief teveel medicatie ten opzichte van de hoeveelheid voedselinname en komt vaker voor dan een hyper.
Oom Dirk is een voorbeeld van een patiënt met een te laag glucosegehalte. Hij had zijn medicatie al ingenomen, rekening houdend met het moment dat hij zou gaan eten. Het diner zou minimaal een uur later plaatsvinden. Daardoor raakte oom Dirk ‘ontregeld’. De medicatie was immers afgesteld op de hoeveelheid voedsel dat hij zou eten. Daardoor zou het glucosegehalte in zijn bloed toenemen, terwijl de medicatie ervoor zorgt dat het glucosegehalte op niveau blijft. Maar hij ging niet eten, terwijl de medicatie zijn werk deed……………
Clarissa heeft in haar woonplaats een EHBO-opleiding gevolgd. Daardoor herkende ze de verschijnselen die bij een hypo horen, zoals zweten, geeuwen, verwardheid, duizelig, sufheid, trillen, wazig of dubbel zien, hongerig zijn, moe zijn en snel geërgerd zijn met een plotseling wisselend humeur (stemmingswisseling). Een aantal daarvan herkende Clarissa direct bij oom Dirk en dankzij haar kennis op het gebied van EHBO wist Clarissa wat ze moest doen.
De gevolgen hadden ernstig kunnen zijn met bewustzijnsstoornissen en bewusteloosheid.
Zover is het gelukkig niet gekomen dankzij de bruid en kon het feest doorgaan.
Wilt u ook handelend kunnen optreden bij mensen, waarbij het glucosegehalte te hoog of te laag is? Wilt u ook weten wat de verschijnselen zijn bij mensen met een hyper (hier niet beschreven) en wilt u ook hier adequaat eerste hulp kunnen verlenen? Wilt u sowieso eerste hulp kunnen verlenen in alle situaties?
Neem dan contact op met een EHBO-vereniging, die aangesloten is bij EHBO Nederland. U vindt deze verenigingen op de website van EHBO Nederland onder Aangesloten verenigingen.
Op de website van EHBO Nederland vindt u ook informatie over een eventuele vergoeding van de kosten van een EHBO-opleiding door de zorgverzekeraar.
EHBO Nederland heeft als missie: in ieder huishouden minimaal één eerstehulpverlener.
Van eerstehulpverleners als Clarissa hebben we nooit genoeg in Nederland. Mag Nederland ook op u rekenen?